tic

als woordenboektrefwoord:

tic:
m. (-s), zenuwpijn, inz. onwillekeurige spiersamentrekking in het gelaat.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

tic (zn) :
zenuwtrek, zenuwtrekking, dwanghandeling, aanwensel

als synoniem van een ander trefwoord:

hebbelijkheid (zn) :
gewoonte, gril, manie, tic, onhebbelijkheid, eigenaardigheid, aanwensel
eigenaardigheid (zn) :
afwijking, originaliteit, eigenheid, tic
afwijking (zn) :
ziekte, tic, eigenaardigheid, aberratie
gewoonte (zn) :
hebbelijkheid, tic, aanwensel
tik (zn) :
tic

woordverbanden van ‘tic’ grafisch weergegeven

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0018 c