verzekeren

als woordenboektrefwoord:

verzekeren:
(verzekerd), zeker maken; als zeker voorstellen; betuigen; garanderen ; een verzekering sluiten.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

verzekeren (ww) :
waarborgen, zeker stellen, certificeren, garanderen, sanctioneren, vergewissen
verzekeren (ww) :
verklaren, getuigen, zweren, bevestigen, betuigen
verzekeren (ww) :
dekken, indekken, assureren, secureren
verzekeren (ww) :
beloven, overtuigen

als synoniem van een ander trefwoord:

verklaren (ww) :
beweren, stellen, verzekeren, uiteenzetten, zeggen, uitspreken, getuigen, declareren, openbaren, aangeven, deponeren, betuigen, ontvouwen, bekendmaken, pretenderen, expliciteren, veropenbaren, uiteendoen, exponeren, attesteren
betuigen (ww) :
beweren, verzekeren, plechtig verzekeren, te kennen geven, protesteren, verklaren, plechtig verklaren, uitspreken, getuigen, declareren, een getuigschrift geven
bevestigen (ww) :
versterken, bekrachtigen, instemmen, verzekeren, steunen, certificeren, instemmen met, beamen, sterken, confirmeren, affirmeren, onderschrijven, bewaarheiden
bewaarheiden (ww) :
bekrachtigen, versterken, verzekeren, steunen, certificeren, staven, bevestigen, instemmen met, sterken, confirmeren, affirmeren, onderschrijven
vertellen (ww) :
verhalen, verzekeren, verkopen, zeggen, mededelen, uitkramen, uitbrengen, afdraaien, meedelen, debiteren, opdissen
waarborgen (ww) :
verzekeren, garanderen, sanctioneren, instaan voor
garanderen (ww) :
beloven, waarborgen, verzekeren, instaan voor
beloven (ww) :
toezeggen, verzekeren, voorspellen, zweren
bezweren (ww) :
verzekeren, verklaren, garanderen
dekken (ww) :
vergoeden, verzekeren, vrijwaren
sanctioneren (ww) :
waarborgen, verzekeren
assureren (ww) :
verzekeren
assureren (ww) :
verzekeren

woordverbanden van ‘verzekeren’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Aan een verhaal, eene verklaring, enz. meer geloofwaardigheid bijzetten. Iemand staaft iets, door het aanvoeren van bewijzen, verzekert iets door het afleggen eener gelijkluidende verklaring, bekrachtigt en bezegelt iets, door er op eenigszins plechtige wijze zijn zegel of zijne goedkeuring aan te hechten. Bezegelen wordt vooral gezegd van eene bekrachtiging door daden. Zijne leer met zijn leven bezegelen. Bekrachtigen in rechterlijken zin, is het bevestigen van eene vernietigbare rechtshandeling, waardoor de bevoegdheid verloren wordt om die handeling door den rechter te doen nietig verklaren. B.v. een minderjarige heeft zijn huis verkocht: hij kan, zich beroepende op zijne minderjarigheid, dat koopcontract door den rechter doen vernietigen. Bekrachtigt hij nu na zijne meerderjarigheid dat koopcontract, dan verliest hij de bevoegdheid om de nietigverklaring van dat contract bij den rechter aan te vragen.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 269:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
woordcombinaties:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0029 c