klauw

als woordenboektrefwoord:

klauw:
m. (-en), uiteinde der poten van roofdieren en roofvogels.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

klauw (zn) :
kluif, poot, hand, jat
klauw (zn) :
haak, hark

als synoniem van een ander trefwoord:

hand (zn) :
vingers, vuist, kluif, poot, klauw, fik, pol, jat, knuist, tengel, klauwier
poot (zn) :
vinger, hand, klauw, jat, bout, tengel
kluif (zn) :
poot, hand, klauw, jat, kluifbeentje
greep (zn) :
handje, portie, klauw, handvol
haak (zn) :
klem, klauw, gesp, kram, loet
vlerk (zn) :
arm, hand, klauw

woordverbanden van ‘klauw’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 308:

klauw, poot

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 288:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0032 c