snuiter

als woordenboektrefwoord:

snuiter:
m. (-s), kaarsenknipper (fig.) zonderling mens.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

snuiter (zn) :
kerel, vent, zonderling, alias, kwant
snuiter (zn) :
kaarsensnuiter

als synoniem van een ander trefwoord:

zonderling (zn) :
kwast, buitenbeentje, vreemde snuiter, snuiter, kwibus, excentriekeling, vreemde snoeshaan, snoeshaan, rare snuiter, rare snijboon, eenzaat
man (zn) :
meneer, kerel, baas, mijnheer, heer, gast, vent, heerschap, snuiter, bink, kinkel, pief, manspersoon, broger, basserool, kadee
kerel (zn) :
vrijer, knaap, klant, knul, gast, vent, peer, man, knakker, gozer, postuur, heerschap, snuiter, bink, pief, pee, kastaar, kadee
jongen (zn) :
kerel, gabber, baas, knul, gast, makker, vent, man, gozer, vriend, heerschap, snuiter, goof, basserool
vent (zn) :
jongen, kerel, vogel, gabber, knaap, knul, gast, peer, man, knakker, gozer, jochie, snuiter, pief, pee
knakker (zn) :
type, kerel, vogel, gast, vent, gozer, snuiter, snoeshaan
kwast (zn) :
vogel, figuur, gek, snuiter, kwibus, zot, sijs, piechem
type (zn) :
nummer, portret, zonderling, snuiter, snoeshaan
pisang (zn) :
kwast, zonderling, snuiter, snoeshaan
kwant (zn) :
snijboon, snuiter, kwibus, sinjeur
snaak (zn) :
kerel, knaap, gast, snuiter, kwant
gabber (zn) :
kerel, vent, gozer, snuiter, pief
snoeshaan (zn) :
type, figuur, snuiter, sujet
alias (zn) :
snuiter, schalk, guit
prent (zn) :
snijboon, snuiter

woordverbanden van ‘snuiter’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

kwant:
snaak, snuiter, guit, schalk, gast, vent, kerel, baas
snuiter:
kwast

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.003 c