wrak

als woordenboektrefwoord:

wrak:
bn. (-ker, -st), niet gaaf, geschonden.
wrak:
o. (-ken), wat wrak is ; romp van een gestrand schip ; overblijfselen van iets.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

wrak (zn) :
bouwval, puinhoop
wrak (bn) :
kwetsbaar, beschadigd, zwak, gebrekkig, broos, bouwvallig, krakkemikkig, onsolide

als synoniem van een ander trefwoord:

zwak (bn) :
kwetsbaar, gevoelig, versleten, wrak, week, wankel, mat, hulpbehoevend, gebroken, machteloos, krachteloos, teer, slap, gebrekkig, lamlendig, gammel, broos, afgeleefd
gebrekkig (bn) :
lam, wrak, mismaakt, hulpbehoevend, ziekelijk, kreupel, zwak, gehandicapt, verminkt, invalide, misvormd, malheureus
bouwvallig (bn) :
vervallen, wrak, gehavend, kapot, gammel, krakkemikkig, kaduuk, haveloos, verwaarloosd, kramakkel, instortend
puinhoop (zn) :
wrak, bouwval, puin, ruïne
bouwval (zn) :
wrak, krot, ruïne

woordverbanden van ‘wrak’ grafisch weergegeven

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 3, blz. 360:

wrak, gebrekkig

woorden met een verwante vorm:

bijvoeglijk naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c