omgeving

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

omgeving (zn) :
omtrek, kring, buurt, sfeer, streek, decor, milieu, omstreken, entourage, ambiance, contreien, omstreek, leefomgeving, contrei, gebuurte

als synoniem van een ander trefwoord:

gebied (zn) :
landschap, omvang, land, rijk, omgeving, regio, terrein, domein, staat, streek, zone, district, territorium, gewest, rayon, contreien, areaal, invloedssfeer, landstreek, contrei, gouw, revier
sfeer (zn) :
gebied, omgeving, kring, terrein, domein, vakgebied, specialisme, vlak, discipline, onderdeel, vak, veld, gezichtskring, arbeidsveld
streek (zn) :
gebied, plaats, omgeving, regio, buurt, oord, zone, gewest, contreien, uitgestrektheid, landstreek, gouw
contreien (zn) :
omgeving, omtrek, gebied, buurt, nabijheid, streek, milieu, omstreken, gewest, regia, omstreek
nabijheid (zn) :
omtrek, omgeving, buurt, tegenwoordigheid, nabuurschap
kring (zn) :
omgeving, maatschappij, milieu, groepering, gelederen
milieu (zn) :
omgeving, kring, wereld, entourage, ambiance
omtrek (zn) :
omgeving, buurt, nabijheid, periferie
ambiance (zn) :
omgeving, stemming, sfeer, atmosfeer
rondte (zn) :
omgeving, omtrek, kring, rondheid
buurt (zn) :
omgeving, nabijheid, streek
midden (zn) :
omgeving, wereld, milieu
entourage (zn) :
omgeving, hofhouding
kader (zn) :
omgeving, entourage

woordverbanden van ‘omgeving’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

omtrek, omgeving, omstreek

Wat eene plaats of een punt omgeeft. Omgeving drukt dit in het algemeen uit, het ziet echter meer op het onmiddellijk raken. De omstreek is de geheele streek om iets heen; de omtrek is eigenlijk de lijn die de grens van een vlak bepaalt, doch verder alles wat binnen de lijn ligt, en eindelijk die ruimte in betrekking tot eene plaats, die als middelpunt gedacht wordt. Omstreek, dat meestal in het meerv. gebruikt wordt, duidt eene grootere uitgestrektheid aan dan omtrek, waaronder men meer bepaald de naaste omgeving verstaat. Men kan b.v. zeggen „de Heer B. moet hier ergens in den omtrek wonen", als men meent dat hij in de straat woont, waarin men zich bevindt. Hij woont in de omstreken van Deventer.

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c