aanpakken

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

aanpakken (ww) :
overnemen, vastpakken, grijpen, beetpakken, beroeren, aanvatten
aanpakken (ww) :
onder handen nemen, behandelen, ondernemen, omspringen met
aanpakken (ww) :
vloeren, bestraffen, aanvallen, afstraffen, straffen
aanpakken (ww) :
aannemen, accepteren, aanvaarden, op zich nemen
aanpakken (ww) :
doorwerken, voortmaken, aanpoten
aanpakken (ww) :
beginnen, opzetten, starten

als synoniem van een ander trefwoord:

behandelen (ww) :
opknappen, verwerken, onder handen nemen, afwikkelen, afhandelen, regelen, bewerken, aanpakken, implementeren
aanvallen (ww) :
bestrijden, aanvechten, toeslaan, bestormen, overvallen, aanpakken, aanvliegen, bestoken, incriminerend
beginnen (ww) :
opzetten, openen, starten, aanpakken, ondernemen, aanhangig maken, aan de slag gaan, aan de gang gaan
ondernemen (ww) :
beginnen, inzetten, wagen, beproeven, aanvaarden, aanpakken, aangaan, aanvangen, op zich nemen
grijpen (ww) :
pakken, nemen, vastgrijpen, beetpakken, aanpakken, omvatten, omklemmen, vatten, aanvatten
aanvaarden (ww) :
beginnen, aannemen, opvatten, aanpakken, ondernemen, aangaan, aanvangen, op zich nemen
beetpakken (ww) :
grijpen, vastgrijpen, aanpakken, aangrijpen, omklemmen, vatten, aanvatten
aangrijpen (ww) :
treffen, ontroeren, aanpakken, beroeren, emotioneren
overnemen (ww) :
aannemen, ontvangen, aanpakken, annexeren, opslorpen
aanvatten (ww) :
nemen, vastpakken, grijpen, beetpakken, aanpakken
nemen (ww) :
pikken, accepteren, aanvaarden, aanpakken, innen
vastgrijpen (ww) :
beetpakken, aanpakken, aangrijpen, aanvatten
vatten (ww) :
vastpakken, grijpen, beetpakken, aanpakken
aannemen (ww) :
nemen, aanpakken, aangrijpen, aanvatten
benaderen (ww) :
behandelen, te lijf gaan, aanpakken
aanpoten (ww) :
doorwerken, opschieten, aanpakken

woordverbanden van ‘aanpakken’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Aanvatten is stoffelijke voorwerpen aanraken en vasthouden (meestal met voorzichtigheid); aanpakken is de gemeenzame uitdrukking voor onbeschroomd aanvatten; aantasten wil zeggen met de volle hand aanvatten (meestal onbesuisd); aangrijpen plotseling, snel of krachtig iets aanvatten; ook figuurlijk. Grijpt stout de wapens aan; eene gelegenheid, aangrijpen; een zaak flink aanpakken of aanvatten; een voorwerp, een werk aanvatten. Het is een heet ijzer om aan te tasten.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 1, blz. 11:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 8:

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 1:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

aanpakken
afslaan, weigeren

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0027 c

Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.

Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.