innen

als woordenboektrefwoord:

innen:
(geïnd), geld invorderen.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

innen (ww) :
ontvangen, incasseren, verzilveren, beuren, percipiëren, invorderen
innen (ww) :
heffen

als synoniem van een ander trefwoord:

ontvangen (ww) :
overnemen, trekken, winnen, aannemen, verkrijgen, incasseren, genieten, verwerven, in ontvangst nemen, krijgen, bekomen, innen, toucheren, beuren, percipiëren, binnenkrijgen, capteren
nemen (ww) :
pikken, accepteren, aanvaarden, aanpakken, innen
heffen (ww) :
opleggen, vorderen, eisen, innen, invorderen
incasseren (ww) :
ontvangen, krijgen, innen, invorderen
opstrijken (ww) :
krijgen, bemachtigen, innen, beuren
verzilveren (ww) :
wisselen, innen
invorderen (ww) :
innen

woordverbanden van ‘innen’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Alle duiden het bezit nemen van geld aan. Ontvangen is het algemeene woord, waarmede tevens wordt aangeduid dat er overgifte plaats heeft. Aan innen is de bijgedachte eener vordering verbonden. Beuren ziet meer op het nemen van het geld, dat voor overgereikte waren is neergelegd op tafel of toonbank, terwijl in opsteken de gedachte ligt van geld in den zak steken. Ik heb het geld, dat gij mij door uw knecht gezonden hebt, behoorlijk ontvangen. Hoewel ik niet geloof dat mij zooveel toekomt, zal ik het geld maar opsteken, nu gij er op staat. Ik heb run de week nog maar drie gulden gebeurd. De bode van het fonds int de gelden.

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 115:

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c