hecht

als woordenboektrefwoord:

hecht, heft:

o. (-en), handvatsel.

hecht:

bn. bw. (-er, -st), sterk, duurzaam.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

hecht (bn) :

stevig, compact, sterk, vast, duurzaam, degelijk, solide

hecht (bn) :

duurzaam, onverbrekelijk

hecht (zn) :

heft, steel

als synoniem van een ander trefwoord:

vast (bn) :

onveranderlijk, stabiel, stevig, compact, schrap, regelmatig, standvastig, blijvend, zeker, muurvast, duurzaam, gevestigd, hecht, zelfverzekerd, levenslang, permanent, degelijk, onbeweeglijk, stationair, bestendig, voorgoed, consistent, solide, immobiel, onroerend, onwankelbaar, fix, geconsolideerd

bestendig (bn) :

onveranderlijk, voortdurend, houdbaar, stabiel, standvastig, blijvend, trouw, vast, stilstaand, eeuwig, duurzaam, hecht, aanhoudend, permanent, steeds, onafgebroken, constant, onwankelbaar, gestadig

solide (bn) :

stevig, grondig, samenhangend, sterk, duurzaam, gevestigd, hecht, degelijk, deugdelijk, steekhoudend, doortimmerd, onverslijtbaar

stevig (bn) :

flink, hard, behoorlijk, pittig, schrap, hevig, rechtop, grondig, sterk, vast, hecht, stijf, massief, degelijk, fiks, duchtig

duurzaam (bn) :

stabiel, betrouwbaar, houdbaar, standvastig, hecht, degelijk, gedegen, bestendig, solide, proefhoudend, durabel

sterk (bn) :

stevig, taai, standvastig, blijvend, duurzaam, hecht, massief, solide, vanjewelste, durabel

gesloten (bn) :

compact, hecht, bijeen, aaneengesloten

handvat (zn) :

oor, knop, greep, handgreep, kruk, hecht, klink, grip, heft, steel, hendel, hengsel, gevest

heft (zn) :

greep, handgreep, hecht, handvat

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites: