vertrouwen

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vertrouwen (ww) :
bouwen, hopen, rekenen, steunen op, geloven, afgaan op, accrediteren, zich verlaten op, ervan uitgaan, betrouwen
vertrouwen (ww) :
verlaten, leunen, vertrouwen op, steunen, afgaan, vertrouwen hebben in
vertrouwen (zn) :
geloof, overtuiging, zekerheid, hoop, krediet, confidentie, fiducie

als synoniem van een ander trefwoord:

geloven (ww) :
denken, aannemen, vinden, vermoeden, vertrouwen, veronderstellen, achten, menen, betrouwen
hopen (ww) :
verwachten, willen, vertrouwen, wensen, rekenen op, uitzien, verhopen
steunen (ww) :
bouwen, vertrouwen, rekenen, varen, afgaan, zich verlaten
bouwen (ww) :
vertrouwen, rekenen, steunen, zich verlaten
rekenen (ww) :
verwachten, rekening houden, vertrouwen
betrouwen (ww) :
vertrouwen, toeverlaat
afgaan (ww) :
vertrouwen
betrouwen (ww) :
vertrouwen
krediet (zn) :
gezag, geloof, aanzien, vertrouwen, invloed, geloofwaardigheid
hoop (zn) :
verwachting, vertrouwen, illusie, uitzicht, hope
moed (zn) :
kracht, vertrouwen, hoop
geloof (zn) :
vertrouwen, fiducie
fiducie (zn) :
vertrouwen
overtuiging (zn) :
vertrouwen

woordverbanden van ‘vertrouwen’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in Nederduitsche synonymen (1836), band 1, blz. 232:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vertrouwen
achterdocht, wantrouwen

woorden met een verwante vorm:

werkwoord
bijvoeglijk naamwoord

zie ook:

bij andere sites:

in het Verwarwoordenboek van Jan Renkema:
synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0024 c