keet

als woordenboektrefwoord:

keet:
v. (keten), zoutziederij ; polderwerkersloods.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

keet (zn) :
rotzooi, puinhoop, bende, herrie, spektakel, heibel
keet (zn) :
schuurtje, loods, bouwkeet, barak
keet (zn) :
rommel, troep, janboel
keet (zn) :
hut, krot, hok
keet (zn) :
kroeg

als synoniem van een ander trefwoord:

chaos (zn) :
rommel, troep, mengelmoes, zwijnenstal, rotzooi, zooi, puinhoop, bende, jungle, pan, beestenboel, wanorde, warboel, anarchie, oproer, ratjetoe, klerezooi, keet, janboel, zwijnenboel, zootje, zwijnenkeet, beestenbende, desorganisatie, wanordelijkheid, teringzooi, soepzootje, rommelzooi, augiasstal, zwijnenpan, roerigheid, prullenboel
opschudding (zn) :
opwinding, ophef, rel, verwarring, gerucht, kabaal, gedoe, ruzie, sensatie, drukte, alarm, beweging, herrie, omwenteling, wanorde, commotie, geraas, rumoer, schrik, beroering, spektakel, heisa, ontwrichting, deining, keet, consternatie, oploop, tumult, ontsteltenis, bedoening, reuring, alteratie
drukte (zn) :
ophef, opwinding, kabaal, lawaai, herrie, commotie, opschudding, kapsones, rumoer, beroering, spektakel, bombarie, heibel, deining, keet, tumult, stampij, stennis, poeha, stampei, reuring, begankenis, poerim, soesa, ambras
consternatie (zn) :
opwinding, verwarring, sensatie, herrie, commotie, opschudding, ontzetting, schrik, beroering, deining, keet, ontsteltenis, bedoening, confusie
kroeg (zn) :
herberg, tent, slijterij, kast, café, kit, tapperij, keet, pub, taveerne, krocht, wijnhuis, kraantje-lek, kabberdoes, staminee
herrie (zn) :
rel, ruzie, drukte, commotie, opschudding, bonje, trammelant, heibel, keet, oploop, stampij, stampei, begankenis, krach
heibel (zn) :
kabaal, ruzie, drukte, lawaai, onenigheid, herrie, trammelant, heisa, keet, stampei, moeilijkheden
spektakel (zn) :
lawaai, herrie, opschudding, geraas, beroering, keet, tumult
janboel (zn) :
rommel, troep, rotzooi, bende, pan, chaos, warboel, keet
loods (zn) :
gebouw, schuur, bergplaats, remise, keet, kot, hangaar
hut (zn) :
huisje, kooi, hok, stulp, chalet, keet, kot, cottage
hok (zn) :
hut, krot, keet, kot
krot (zn) :
schuur, loods, keet

woordverbanden van ‘keet’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

zelfstandig naamwoord / werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0049 c