boel

als woordenboektrefwoord:

boel:

m. (-en), inboedel; ordeloze menigte.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

boel (zn) :

massa, rommel, gedoe, menigte, pan, hoop, heleboel, mikmak, reutemeteut, zwik, rataplan, reut

boel (zn) :

zaken, spullen, dingen, bullen

boel (zn) :

zaak, toestand, bedoening

boel (zn) :

massa, menigte, heleboel

boel (zn) :

inboedel

als synoniem van een ander trefwoord:

hoop (zn) :

lading, hoeveelheid, vracht, berg, massa, troep, menigte, stelletje, boel, bom, zooi, tas, bende, stapel, klomp, partij, schep, kluit, schaar, heleboel, ophoping, kwak, bulk, gros, belt, schare, veelheid, zwik, dot, zootje, opeenhoping, trossel, schelf, resem

zaak (zn) :

geval, iets, voorwerp, affaire, boel, object, ding, onderwerp, stof, gegeven, komedie, thema, geschiedenis, aangelegenheid, kwestie, materie, issue, topic, zelfstandigheid, besogne

berg (zn) :

lading, vracht, massa, macht, overvloed, stelletje, menigte, pak, boel, bom, zooi, stapel, schep, kluit, hoop, heleboel, stoot, kwak, bulk, veelheid, zwik

massa (zn) :

berg, vracht, voorraad, overvloed, boel, lawine, bende, stortvloed, hoop, heleboel, zootje, slomp

menigte (zn) :

berg, overvloed, boel, rits, zooi, schep, kluit, hoop, bult, heleboel, kwantiteit, ris, resem

handel (zn) :

zaakje, spul, rotzooi, boel, spullen, hebben en houden, bedoening

zee (zn) :

massa, overvloed, menigte, boel, stroom, stortvloed

zooi (zn) :

vracht, massa, menigte, boel, bende, kluit, zootje

overvloed (zn) :

massa, vracht, lading, schat, boel, schep, hoop

kluit (zn) :

groep, verzameling, boel, zooi, zwik

vracht (zn) :

massa, berg, boel, stapel, hoop

dingen (zn) :

zaken, boel, spullen, bullen

zwik (zn) :

boel, zooi, uitrusting

smak (zn) :

boel, hoop

zooi (zn) :

boel, reut

woordverbanden van ‘boel’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

boel ≠

enig, enkel, gering, pover, weinig

woorden met een verwante vorm:

bij andere sites: