schoor

als woordenboektrefwoord:

schoor:
m. (schoren), aangespoeld land ; steun.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

schoor (zn) :
beer, paal, balk, steunbalk, steunpilaar, stut, schoorbalk
schoor (zn) :
schor
schoor (bn) :
schrap, vast

als synoniem van een ander trefwoord:

steun (zn) :
ondersteuning, leuning, steunpunt, houvast, drager, steunpilaar, onderstel, schoor, stut, schraag, versteviging, steunsel, onderwerk, steunder
steunpilaar (zn) :
zuil, pilaar, pijler, schoor, schraagpijler, grondpijler
drager (zn) :
steun, pijler, staander, schoor, stut

woordverbanden van ‘schoor’ grafisch weergegeven

in Charivarius' Een Ander Woord (1945):

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0026 c