vol

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

vol (bn) :

maximaal, rond, opgezet, zuiver, ruim, bol, uiterst, volledig, geheel, volkomen, absoluut, compleet, dik, opperst, ten volle

vol (bn) :

uitverkocht, gevuld, afgeladen, beladen, verzadigd, stampvol, bomvol, overladen, boordevol, volgepakt, volzet

vol (bn) :

bezaaid, wemelend, doortrokken

vol (bn) :

volwassen, volleerd

vol (bn) :

vervuld, zat

vol (bn) :

weelderig

vol (bn) :

massief

vol (bn) :

open

als synoniem van een ander trefwoord:

dik (bn) :

rond, opgezet, gevuld, stevig, mollig, gezwollen, zwaar, bol, vet, fors, gezet, opgezwollen, vol, omvangrijk, zwaarlijvig, log, vlezig, lijvig, corpulent, paf, volumineus, welgedaan

dicht (bn) :

compact, geconcentreerd, vast, op elkaar, ondoordringbaar, nauw, vol, gedrongen, massief, dik, consistent, solide, samengeperst, aaneengesloten

intensief (bn) :

hevig, sterk, diepgaand, krachtig, diep, driftig, levendig, vol, vergaand

weelderig (bn) :

vol, wellustig, wulps, voluptueus, epicurisch

vet (bn) :

zwaar, groot, vol, zwaarlijvig, dik, vlezig

bol (bn) :

rond, opgezwollen, vol, dik, opgebold

zat (bn) :

rond, voldaan, vol, verzadigd

rond (bn) :

gevuld, mollig, vol, dik

druk (bn) :

gevuld, bezet, vol

gevuld (bn) :

vol, gevleesd

volzet (bn) :

bezet, vol

volkomen (bn) :

vol, dik

massief (bn) :

vol

zuiver (bw) :

enkel, slechts, geheel, puur, vol, louter, klinkklaar

geheel (bw) :

flink, zeer, vol, faliekant

in Nederduitsche synonymen (1836), band 2, blz. 259:

in de lijst met antoniemen (woorden met een tegengestelde betekenis):

vol ≠

leeg

zie ook:

bij andere sites: