bruin

als woordenboektrefwoord:

bruin:
o. kleur ; schaduw op een schildert).
bruin:
m. (-en), bruin paard.
bruin:
bn. (-er, -st), bruine kleur hebbende ; prettig : een bruin leventje.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen:

bruin (zn) :
gebruind, gebronsd, getaand, zongebruind
bruin (zn) :
bruinbrood

als synoniem van een ander trefwoord: niet gevonden.

woordverbanden van ‘bruin’ grafisch weergegeven

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Schaduw is de algemeene benaming voor de niet verlichte zijde van, of de ruimte achter een voorwerp, dat door een of ander licht beschenen wordt. Bruin en diepsel zijn kunsttermen van schilders; het eerste is hetzelfde als schaduw, het laatste duidde vroeger de stof, waarmede men schaduwde of diepte en verder ook de schaduw aan, de plek waar de schaduwing het sterkst is; licht en bruin is de naam voor die eigenaardige tegenstelling van tonen, die men met een Franschen term clair obscur noemt.

in Woordenboek der Nederduitsche synonimen (1821), band 2, blz. 57:

woorden met een verwante vorm:

werkwoord

zie ook:

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0023 c