ruilebuiten

als woordenboektrefwoord:

ruilebuiten:
(geruilebuit), in 't klein ruilhandel drijven.

als trefwoord met bijbehorende synoniemen: niet gevonden.

als synoniem van een ander trefwoord: niet gevonden.

in het Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen (1908):

Iets geven of ontvangen in de plaats van iets, dat ontvangen of gegeven wordt. Verruilen geschiedt altijd door twee personen, die iets wal zij zelf bezitten aan een ander geven, om daarvoor iets anders, wat zij liever hebben, in de plaats te ontvangen. Jongens verruilen dikwijls hunne griffels voor knikkers. Verwisselen kan ook gezegd worden van één persoon, en behoeft niet opzettelijk te geschieden; het kan bij vergissing plaats hebben. De leerlingen verwisselen van plaats. De goochelaar had in 't geheim de hoeden verwisseld. Men verwisselt hij ongeluk zijn hoed tegen dien van een ander. Ruilen, dat meer gemeenzaam is dan verruilen, beteekent dikwijls ruilhandel drijven, waarvoor soms ook ruilebuiten gezegd wordt, als het voorwerp verzwegen is. Die jongens ruilen altijd postzegels. Laat men de verwisseling der voorwerpen sterk uitkomen, dan gebruikt men omruilen. Laten wij maar van plaats omruilen, ik kan 't daar ook wel zien.

bij andere sites:

synoniemen-sites:
algemene woordenboeken:
oorsprong:
zinsverband en voorbeeldzinnen:
vertalen:
naar het
overige:

debug info: 0.0242 nc