überhaupt (bw):
überhaupt(de) —.
(de) —.
(de) —.
(fi) —.
(fi) —., helemaal(de) —.
(de) —.
(en) to the slightest degree, in any way.
(no) i det hele tatt., bovendien(de) —., eigenlijk(de) —., wel(de) —., in het algemeen(en) as a rule; usually.
(fi) —., absoluut(en) in an absolute manner., geheel op zichzelf staand(en) in an absolute manner., sowieso(fi) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com