Vertaling van 'überlappen' uit het Duits naar het Nederlands

überlappen (ww):
overlappen(en) (intransitive) To lie partly on or over something; to overlap.
(fr) (Intransitif) (Par analogie) Se croiser, se superposer.
(en) —.
, bedekken(en) to extend over and partly cover something.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken