Vertaling van 'Bonbon' uit het Duits naar het Nederlands

Bonbon (zn):
snoepje(de) —.
(en) piece of candy.
(en) small, round piece of hard candy.
(en) sugary confection.
, snoep(en) sugary confection.
(en) confectionery, candy.
, bolletje(en) small, round piece of hard candy., bonbon(pl) —., snoepgoed(en) confectionery, candy., suikergoed(en) food item.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken