Vertaling van 'Coach' uit het Duits naar het Nederlands

Coach (zn):
coach(en) trainer.
(pt) (treinador ou orientador de uma equipe desportiva).
(pl) —.
, trainer(en) trainer.
(pt) (treinador ou orientador de uma equipe desportiva).
(pl) —.
, trainster(en) trainer.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken