Vertaling van 'Inhaber' uit het Duits naar het Nederlands

Inhaber (zn):
eigenaar(de) —.
(en) owner.
(en) one who owns.
(en) —.
, bezitter(en) owner.
(en) one who owns.
(en) One who possesses.
(en) —.
, bezitster(en) one who owns., eigenares(en) one who owns., plaatsbekleder(en) current holder of an office or title; holder of an ecclesiastical benefice., titularis(en) current holder of an office or title; holder of an ecclesiastical benefice., toonder(en) possessor of a cheque, bond, etc..

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken