Knochen (zn):
been(de) —.
(ca) Òrgan de l'esquelet.
(ca) Òrgan de l'esquelet.
(da) knogle.
(el) μέρος σκελετού.
(en) component of a skeleton.
(en) material.
(fi) anatomia.
(lt) lt.
(es) —.
(ru) часть скелета.
(ru) материал.
(pt) (cada uma das peças rígidas que formam o esqueleto dos animais).
(tr) kemik.
(sv) skelettdel.
(sv) material som bygger upp skelettet., bot(de) —.
(da) knogle.
(el) μέρος σκελετού.
(en) component of a skeleton.
(en) material.
(fi) anatomia.
(lt) lt.
(es) —.
(ru) материал.
(ru) часть скелета.
(pt) (cada uma das peças rígidas que formam o esqueleto dos animais).
(tr) kemik.
(pl) —.
(sv) skelettdel.
(sv) material som bygger upp skelettet., Tiengaatssleutel(de) —., graat(el) μέρος σκελετού.
(en) material.
(en) component of a skeleton., ) graat(ru) часть скелета.
(ru) материал., knekel(en) material.
(en) component of a skeleton., knok(el) μέρος σκελετού., schonk(el) μέρος σκελετού.
Knochen (bn):
been(en) relating to bone., benig(en) relating to bone., knokig(en) relating to bone.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com
Dankzij donaties zie je op deze en volgende pagina's geen advertenties.
Wist je dat synoniemen.net een eenmansproject is? Door te doneren help je bij het voortbestaan en om advertenties hier helemaal overbodig te maken.