Vertaling van 'Schwächling' uit het Duits naar het Nederlands

Schwächling (zn):
zwakkeling(en) person of weak or even sickly physical constitution.
(en) person of weak character.
(fr) Homme faiblard.
, bangerik(fr) Personne grêle., sukkel(en) someone who lacks confidence., sul(en) someone who lacks confidence.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken