Vertaling van 'Unfähigkeit' uit het Duits naar het Nederlands

Unfähigkeit (zn):
onvermogen(en) lack of a capacity.
(en) lack of the ability to do something; incapability.
, dwaasheid(en) the quality of being inept., impotentie(en) lack of the ability to do something; incapability.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken