Vertaling van 'Zubehör' uit het Duits naar het Nederlands

Zubehör (zn):
accessoire(en) that which belongs to something else deemed the principal, attachment.
(pt) Parte, objeto ou coisa subordinada ou suplementar.
(pt) Artigo de vestuário complementar ao traje básico.
, uitrusting(en) whatever is used in equipping.
(pl) —.
, aanhangsel(en) that which belongs to something else deemed the principal, attachment., bagage(en) whatever is used in equipping., bepakking(en) whatever is used in equipping., toebehoren(en) that which belongs to something else deemed the principal, attachment.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken