Vertaling van 'Zufall' uit het Duits naar het Nederlands

Zufall (zn):
toeval(de) —.
(en) chance event.
(en) random occurrence.
(en) state of events appearing to be connected when they are not.
(en) the chance of suffering harm.
(fr) Fortune, sort, destin ; cas fortuit, imprévu.
, ongeluk(ca) Sinistre.
(ca) Sinistre.
, contingentie(en) quality of being contingent; unpredictability., gevaar(en) the chance of suffering harm., geval(pl) —., onvoorspelbaarheid(en) quality of being contingent; unpredictability., toevalligheid(fr) Fortune, sort, destin ; cas fortuit, imprévu.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken