aufrichtig (bn):
oprecht(ca) Dit de la persona que diu la veritat, honesta.
(ca) Dit de la persona que diu la veritat, honesta.
(en) bluntly honest.
(en) earnest.
(pl) —., eerlijk(en) bluntly honest.
(en) scrupulous with regard to telling the truth.
(en) not deviating; forthright; frank; sincere.
(pl) —., open(en) bluntly honest.
(en) not deviating; forthright; frank; sincere., direct(en) not deviating; forthright; frank; sincere., eenduidig(en) without ambiguity., niet mis te verstane(en) without ambiguity., onmiskenbaar(en) without ambiguity., openhartig(en) bluntly honest., zoals het hoort(en) direct, truthful, frank.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com