damals (bw):
toen(de) —.
(en) at that time., destijds(de) —., dan(fr) En ce temps-là.
(ru) в то время., op dat moment(fr) À cet instant précis.
damals (vnw):
dan(pl) —., toen(pl) —.
damals (ww):
''use the past tense with an indication of time in the past such as voorheen or vroeger''(en) formerly and habitually or repeatedly.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com