Vertaling van 'eins' uit het Duits naar het Nederlands

eins (zn):
één(en) digit or figure.
(sv) siffra.
, aas(fr) Dè à jouer., acht(it) scuola., een(it) la cifra uno., tien(it) voto scolastico.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken