fehlerfrei (bn):
correct(de) —., juist(de) —., foutloos(en) without fault.
(en) without flaws., feilloos(en) without flaws., loepzuiver(en) without fault., onberispelijk(en) Perfect, having no faults, flaws or errors., vlekkeloos(en) without flaws.
fehlerfrei (bw):
onfeilbaar(en) in an infallible manner.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com