Vertaling van 'früh' uit het Duits naar het Nederlands

früh (bn):
vroeg(de) —.
(en) at a time in advance of the usual.
(en) near the start or beginning.
(en) arriving at a time before expected.
(pl) —.
(pl) —.
, pril(de) —., eertijds(en) existent or occurring in time long past., eeuwenoud(en) existent or occurring in time long past., oeroud(en) existent or occurring in time long past., weleers(en) existent or occurring in time long past.

früh (bw):
vroeg(fi) varhain.
(fr) Moment jugé antérieur au moment habituel..
(ru) до срока.
, tijdig(fr) Moment jugé antérieur au moment habituel.., vroegtijdig(fr) Moment jugé antérieur au moment habituel..

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken