Vertaling van 'hochziehen' uit het Duits naar het Nederlands

hochziehen (ww):
hijsen(en) transitive: to raise; to lift; to elevate.
(fr) Élever, hausser.
, opgetrokken worden(en) transitive: to raise; to lift; to elevate., ophijsen(en) transitive: to raise; to lift; to elevate., optillen(en) transitive: to raise; to lift; to elevate.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken