offensichtlich (bn):
duidelijk(de) —.
(en) visible.
(en) clear., evident(de) —.
(en) visible.
(en) clear., kennelijk(de) —., klaarblijkelijk(de) —., klaar(en) visible.
(en) clear., ogenschijnlijk(en) visible.
(en) clear., zichtbaar(en) clear.
(en) visible., blijkbaar(tr) âşikâr., duidelijk waarneembare(sv) tydligt märkbar., klinkklaar(en) obvious, on show., merkbare(sv) tydligt märkbar., onmiskenbare(sv) tydligt märkbar., openlijk(en) obvious, on show., opvallend(en) obvious or easy to notice., overduidelijk(en) easily discovered or understood; self-explanatory., schaamteloos(en) obvious, on show., voor de hand liggend(en) easily discovered or understood; self-explanatory., voordehandliggend(en) easily discovered or understood; self-explanatory., zienderogen(tr) âşikâr.
offensichtlich (bw):
duidelijk(en) obviously.
(en) (archaic) plainly., blijkbaar(en) (archaic) plainly., klaarblijkelijk(en) obviously., ogenschijnlijk(en) ostensibly., op het eerste gezicht(en) ostensibly., overduidelijk(en) in an obvious manner; clearly apparent., schijnbaar(en) ostensibly., vanzelfsprekend(en) in an obvious manner; clearly apparent.
offensichtlich (ww):
het spreekt vanzelf(fr) Être évident.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com