ungebräuchlich (bn):
ongebruikelijk(de) —.
(en) not usual., ongewoon(en) not usual.
(sv) inte vanlig., bijzonder(sv) inte vanlig., in onbruik(fr) Qui n’est plus en usage., obsoleet(fr) Qui n’est plus en usage., verouderd(fr) Qui n’est plus en usage., zeldzaam(en) rare; not readily found; unusual.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com