wachen (ww):
toezien(de) —., waken(en) to not sleep.
(fr) S’abstenir de dormir.
(fr) Garder pendant la nuit., de wacht houden(fr) S’abstenir de dormir.
(fr) Garder pendant la nuit., behoeden(en) to guard and protect., bekijken(en) to be vigilant., bewaken(en) to guard and protect., bewaren(en) to guard and protect., kijken naar(en) to be vigilant., opletten(en) to be vigilant., uitkijken(en) to be vigilant., zorgen voor(en) to be vigilant.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com