αναχωρώ (ww):
vertrekken(en) to leave.
(en) depart; leave., afwijken(en) to leave., heengaan(en) to leave., verlaten(en) to leave., weggaan(en) depart; leave., wegrijden(de) intransitiv, Hilfsverb sein: sich (fahrend, im Fahrzeug) von einem Ort wegbegeben.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com