περασμένος (bn):
afgelopen(en) of a period of time: having just gone by.
(en) having already happened; in the past., voorbij(en) of a period of time: having just gone by.
(en) having already happened; in the past., voorbije(en) having already happened; in the past.
(en) of a period of time: having just gone by., voorleden(ru) бывший ранее, прошедший.
(ru) предыдущий., vorig(ru) предыдущий.
(ru) бывший ранее, прошедший., vervlogen(en) in the far past.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com