Vertaling van 'τραμ' uit het Grieks naar het Nederlands

τραμ (zn):
tram(de) schienengebundenes Nahverkehrsmittel.
(en) passenger vehicle.
(sv) fordon som färdas på spårväg.
(pt) (meio de transporte urbano).
(pl) —.
, mijnwagen(en) passenger vehicle., spoorwagen(en) passenger vehicle., wagen(en) passenger vehicle.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken