I love you (phraseologicalUnit):
ik hou van je(en) —.
(en) —., ik hou van jou(en) —.
(en) —., ik heb je lief(en) —., ik heb u graag(en) —., ik hou van u(en) —., ik houd van je(en) —., ik houd van jou(en) —., ik zie je graag(en) —., ik zie u graag(en) —.
I love you (ww):
beminnen(ja) 愛してる., houden van(ja) 愛してる., liefhebben(ja) 愛してる.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com