Vertaling van 'drool' uit het Engels naar het Nederlands

drool (zn):
Saliva spilling from the mouth
geneuzel, speeksel, kwijl

drool (zn):
Pretentious or silly talk or writing
ruimwater, gebrabbel, onzin, nonsens, zever, kolder

drool (ww):
Let saliva drivel from the mouth
Slabber, zabberen, kwijlen

Via: Ensyns.nl

drool (ww):
kwijlen(en) —.
(de) umgangssprachlich, norddeutsch: Speichel aus dem Mund fließen lassen.
(de) Speichel aus dem Mund beziehungsweise Maul fließen lassen.
(fi) erittää kuolaa.
, snakken(de) heftig nach etwas verlangen.

drool (zn):
speeksel(es) —.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken