farewell (zn):
afscheid(en) —.
(pt) ato de despedir-se.
(pl) —., vaarwel(en) —., afscheidsgroet(pl) —.
farewell (bn):
vaarwel(en) —.
farewell (interjection):
vaarwel(en) —.
farewell (ww):
afscheid nemen(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com