Vertaling van 'festival' uit het Engels naar het Nederlands

festival (zn):
An organized series of acts and performances (usually in one place)
festival

festival (zn):
A day or period of time set aside for feasting and celebration
feestdag

Via: Ensyns.nl

festival (zn):
feest(en) —.
(de) größere Feier.
(ru) торжественное, радостное событие.
, festival(en) —., feestdag(ru) торжественное, радостное событие.

Via: Dbnary en WikiWoordenboeken