folly (zn):
Foolish or senseless behavior
poppenkasterij, gekkigheid, absurditeit, apenstreek, apestreek, dwaasheid, gekheid, gekkenwerk, gekte, idiotie, idiotisme, ineptie, kattekwaad, kattenkwaad, kwajongensstreek, ongerijmdheid, onzin, potsierlijkheid, schelmenstreek, waanzin, zotheid, zotternij, zottigheid
folly (zn):
A stupid mistake
imbeciliteit
Via: Ensyns.nl
folly (zn):
dwaasheid(en) —.
(de) kein Plural: mangelnde Klugheit, Intelligenz., domheid(en) —., follie(en) —., folly(en) —., stommiteit(en) —., ezelachtigheid(de) umgangssprachlich: törichtes Verhalten, unüberlegte Handlung; dummer Schabernack., ezelarij(de) umgangssprachlich: törichtes Verhalten, unüberlegte Handlung; dummer Schabernack., ezelheid(de) umgangssprachlich: törichtes Verhalten, unüberlegte Handlung; dummer Schabernack., kletspraat(de) umgangssprachlich: etwas Unsinniges., onzin(de) umgangssprachlich: etwas Unsinniges.
Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com