Vertaling van 'housework' uit het Engels naar het Nederlands

housework (zn):
The work of cleaning and running a house
huishouden, huishouding

Via: Ensyns.nl

housework (zn):
huishoudelijk werk(en) —., huishouden(en) —., huishoudelijke werk(de) Aufgaben, die in einem Haushalt anfallen., huiswerk(de) Aufgaben, die in einem Haushalt anfallen.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken