Vertaling van 'independence' uit het Engels naar het Nederlands

independence (zn):
The successful ending of the American Revolution
zelfwerkzaamheid

independence (zn):
Freedom from control or influence of another or others
mondigheid, onafhankelijkheid

Via: Ensyns.nl

independence (zn):
onafhankelijkheid(en) —.
(en) —.
(de) Zustand, auf niemanden (keine Person, keine Institution) angewiesen zu sein.
(fi) ylin valta, suvereniteetti, täydellinen riippumattomuus.
(lt) lt.
(zh) 名詞.
(ja) —.
(pl) —.
(pt) —.
, zelfstandigheid(en) —.
(en) —.
(lt) lt.
(zh) 名詞.
(ja) —.
(pl) —.
, onafhankelijk(zh) 名詞., zelfstandig(zh) 名詞.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken