Vertaling van 'outfit' uit het Engels naar het Nederlands

outfit (zn):
Gear consisting of a set of articles or tools for a specified purpose
bouwpakket

outfit (zn):
A set of clothing (with accessories)
opstaan, outfit, tenue

Via: Ensyns.nl

outfit (zn):
eenheid(en) —., outfit(en) —., set(en) —., team(en) —., gereedschap(es) —., gewaad(fi) vaatekokonaisuus., groep(fi) joukko., kleding(fr) Manière d’être habillé, habit., troep(fi) ihmisryhmä., uitrusting(fr) Manière d’être habillé, habit.

outfit (ww):
uitrusten(fr) Pourvoir un vaisseau.
(pl) —.
, installeren(pl) —., toerusten(fr) Pourvoir un vaisseau.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken