Vertaling van 'panic' uit het Engels naar het Nederlands

panic (ww):
Be overcome by a sudden fear
panikeren, in paniek raken, panieken, paniekeren

Via: Ensyns.nl

panic (ww):
in paniek raken(en) —., over zijn toeren raken(de) intransitiv, Hilfsverb haben und sein, bei Personen: die Beherrschung verlieren.

panic (zn):
paniek(en) —.
(sv) en plötslig och intensiv känsla av skräck och besinningslös oro.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken