Vertaling van 'wash' uit het Engels naar het Nederlands

wash (zn):
The work of cleansing (usually with soap and water)
lotie, spoelwater, was, wasbeurt, waswater

wash (zn):
Garments or white goods that can be cleaned by laundering
was, wasgoed

wash (ww):
Cleanse with a cleaning agent, such as soap, and water
schoonwassen, wassen

wash (ww):
Remove by the application of water or other liquid and soap or some other cleaning agent
wegspoelen

wash (ww):
Make moist
bedrukken, bevochtigen

Via: Ensyns.nl

wash (ww):
wassen(en) —.
(fi) puhdistaa vedellä ja jollakin puhdistavalla, usein kemiallisella yhdisteellä.
(ja) 汚れを落とす.
(fr) nettoyer avec de l’eau.
(es) —.
(ja) —.
(no) gjøre ren.
(ru) делать чистым с помощью воды или другой жидкости.
(ru) стирать.
, spoelen(en) —.
(de) etwas in Strömungsrichtung weiterbewegen.
(ja) 汚れを落とす.
(ja) —.
, afspoelen(en) —.
(ja) 汚れを落とす.
(ja) —.
, wegspoelen(en) —., myć(nl) 1. iets schoonmaken.
(nl) 2. zichzelf schoonmaken.
, afwassen(es) —., bleken(fr) Rendre blanc., de afwas doen(it) pulire qualcosa con acqua., meevoeren(de) etwas in Strömungsrichtung weiterbewegen.

wash (zn):
was(en) —.
(fr) Action de laver le linge..
(fr) —.
, kielwater(ru) след в виде струящейся волны, расходящейся по линии киля движущегося судна., kielzog(ru) след в виде струящейся волны, расходящейся по линии киля движущегося судна.

cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken