dig (ww):
рыть(en) —.
(de) transitiv: etwas mit Hilfe eines Baggers herstellen.
(de) eine Vertiefung in der Erde ausheben.
(de) ein Loch, einen Gang oder Ähnliches graben oder formen.
(de) meist mit technischen Hilfsmitteln im Erdboden graben.
(sv) åstadkomma fördjupning.
(nl) 1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig.
(pl) —.
(pl) —., вы́копать(en) —., вы́рыть(en) —., выка́пывать(en) —., копа́ть(en) —., копну́ть(en) —., копать(de) transitiv: etwas mit Hilfe eines Baggers herstellen.
(de) eine Vertiefung in der Erde ausheben.
(de) ein Loch, einen Gang oder Ähnliches graben oder formen.
(de) meist mit technischen Hilfsmitteln im Erdboden graben.
(fi) tehdä kaivanto.
(lt) lt.
(sv) åstadkomma fördjupning.
(nl) 1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig.
(pl) —.
(pl) —.
(pl) —., выкапывать(nl) 1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig.
(pl) —., выкопать(sv) åstadkomma fördjupning.
(nl) 1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig., вырывать(pl) —., вырыть(nl) 1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig., добывать(pl) —., копнуть(nl) 1. een gat in de grond maken met de handen of met een graafwerktuig.
dig (zn):
раско́пки(en) —.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com