trowel (zn):
садо́вый сово́к(en) —., ке́льма(en) —., мастеро́к(en) —., кельма(de) ein Werkzeug eines Maurers zum Verputzen sowie Auftragen, Verteilen von Mörtel.
(fi) työkalu.
(nl) 1. een driekantige platte schep met handvat voor het opbrengen van metselspecie., мастерок(de) ein Werkzeug eines Maurers zum Verputzen sowie Auftragen, Verteilen von Mörtel.
(fi) työkalu., гладилка(pl) —., шпатель(fi) työkalu.
cached Via: Dbnary en WikiWoordenboeken
Via: Memodata.com